Geschreven door Wim Palstra
Een groep bewoners met Surinaamse roots was in het najaar van 2020 op zoek naar een plek om tropische groenten te verbouwen. Zij legden contact met ons en na enkele gesprekken besloten we dat dit een goed idee was. Als Stadslandbouw willen we immers graag dat wijkbewoners actief meedoen. In het vroege voorjaar is er voor deze groep een extra tunnelkas gebouwd met subsidie van Wijkplatform Rijkerswoerd en Bewonersoverleg Vredenburg.
De tropische groep is erg blij dat ze in deze (warmte)kas terecht kunnen, en voor de Stadslandbouw is deze nieuwe, bijzondere inbreng een mooie aanvulling op de huidige gewassen. De teelt van tropische groenten ziet er veelbelovend uit. In juli en augustus zullen veel groenten geoogst kunnen worden. En kleurt de Stadslandbouw duidelijk ook Surinaams. Het is daarom de moeite waard om hier wat meer over te vermelden.
Juli 2021
Begin juli staan de groenten in de tropische kas er geweldig en goed verzorgd bij. En dat zijn er nogal veel: kousenband (een lange peulgroente), Surinaamse spinazie, sim, bittermeloen, kangkong, bitawiri, antroewan, chauraya en tajerblad. En buiten staat lauki (komkommer, pompoenachtigen). Al eerder konden groenten als radijs en paksoi geoogst worden, op de open dag van 3 juli ook kangkong en chauraya. Tijdens de Open Dag mocht de tropische kas zich op een goede belangstelling verheugen, en kon iedereen zien hoe lang de kousenband al was.
Ook mensen van Surinaamse komaf weten inmiddels de tropische kas te vinden. Zo kwamen onlangs 2 oudere dames, mevr.Bollen en mevr.Vonder, vol enthousiasme met een bos bloemen (voor de vrijwilligers!) de tuin bezoeken. Naast kennismaking met de tuiniers waren ze erg nieuwsgierig naar de tropische groenten. Mevr. Bollen kon de groenten goed benoemen, want ooit werkte ze als verpleegster in Suriname op Stoelmans Eiland en Drietabbetje!
Mei 2021
Eerder in mei 2021 sprak ik met Lien Bhansing, coördinator van de tropische kas. Er is dan inmiddels een groep gevormd van 6 personen die elke week bezig zijn in de kas. Lien laat mij vol trots de kas zien. Wat onmiddellijk opvalt zijn de enorme paksoi die al geoogst kunnen worden, en dat is inmiddels gebeurd. Daarnaast staan peperplantjes, en aan de overkant een lange reeks kousenband die flink omhoog kunnen groeien. Daarnaast zien we in de kas de nog kleine plantjes van andere groenten als oker (okra, een vrucht), kangkong (waterspinazie) en bittermeloen (een langwerpige bittere vrucht). Bijna alles nog in een pril stadium.
Het is uitproberen’ zegt Lien, ‘we moeten afwachten of alles goed opkomt. Toen vorig jaar de mogelijkheid kwam om in een eigen tunnelkas op het Stadslandbouw-terrein tropische groenten te verbouwen vroegen we ons af welke gewassen dan geschikt waren. Gelukkig zijn de klimaatomstandigheden beter dan jaren geleden en durven we het aan. En nu zijn we erg benieuwd hoe het uitpakt, in juli-augustus weten we meer.’
Op de vraag wat zij het belang vindt van het verbouwen van tropische groenten meent zij: ‘Het is een goede zaak dat we hier op de stadslandbouw ook kennis verwerven van tropische landbouw, dat is voor ons belangrijk, maar het is ook een verrijking voor de vele vrijwilligers en studenten die hier komen. En de groenten zijn een prachtige aanvulling op wat de Stadslandbouw te bieden heeft. We hopen ook af en toe van onze productie aan de Voedselbank te leveren, te delen met de Stadslandbouwvrijwilligers of aan te bieden tijdens de zelfoogst-zaterdagen. Een belangrijk doel is dat we van elkaar kunnen leren, en daarom is het ook mooi dat er een gemengde groep van niet alleen vrijwilligers van Surinaamse komaf ontstaat.’